Het spel en de knikkers

Pensioen in eigen beheer. Eind jaren ’80 iets dat je als DGA MOEST hebben. De mogelijkheden waren legio, de nadelen waren beperkt. En de nadelen die er waren, konden met een zorgvuldige planning over het algemeen nog omzeilt worden.

Achteraf gezien denk ik, dat er in die tijd wellicht te weinig kennis was over dit onderwerp bij het ministerie van Financiën. Daar kwam verandering in toen Willem Vermeend het  voor het zeggen kreeg.

05802252

Eind jaren ’90 kwamen de eerste veranderingen. Deze veranderingen leken nog zeker een kwestie van geven en nemen. Aan de ene kant werden er belangrijke eisen gesteld aan de berekeningen, maar aan de andere kant mocht de pensioenleeftijd omlaag. Bovendien werd opbouw toegestaan tot 100 % van het laatstverdiende loon. Niet onlogisch, maar toch een behoorlijke verruiming.

De eerste jaren van de nieuwe eeuw stonden in het teken van een nieuw belastingstelsel. Oftewel: men had het te druk op Financiën om op het pensioen in eigen beheer te letten. Maar sinds 2005 gaat het los. In rap tempo wordt de wetgeving van een rustig, comfortabel en mooi bloembed tot een kaal stuk land, waar je je best moet doen om niet op een mijn te stappen. Werkelijk alles is er op gericht om de regeling om zeep te helpen.

En toch lukt het de huidige staatssecretaris maar niet om met een fatsoenlijk plan te komen. Vorig jaar kwam hij met een brief met oplossingsrichtingen. En daarna nog 3 brieven met aanvullingen, aanpassingen en andere richtingen. De brieven verschillen nogal van elkaar, zodat het niet definitief duidelijk is, welke kant we uit zullen gaan. In maart 2016 heeft de staatssecretaris vragen van de Tweede Kamer beantwoord. Streven is nog steeds om voor 1 juli de wetgeving aan te passen. Op zijn minst een strakke planning.

Waarom is het zo moeilijk? Simpel. Het allergrootste pijnpunt zit niet bij de DGA. Met de DGA valt altijd te onderhandelen. Kwestie van de juiste prikkels. Nee, die DGA is zo moeilijk niet. Waar het pijnpunt dan wel zit? Bij de partner van de DGA. Door de opbouw heeft die namelijk ook rechten opgebouwd.

De belangen van de DGA en zijn partner staan nu ineens lijnrecht tegenover elkaar. Daar waar de DGA wellicht best zou willen afzien van zijn pensioen (onder de juiste voorwaarden), daar zal zijn partner daar toch een stuk voorzichtiger in zijn. Stel je nou eens voor dat het huwelijk na verloop van tijd toch zal eindigen in een echtscheiding. Dan kan het zijn dat de partner met het schrappen van het pensioen zo maar een paar ton euro’s prijs geeft.

Voor de BV en voor de DGA kan het, alles overwegend, een goede zaak zijn om het pensioen om te zetten, af te kopen of wat dan ook. Maar voor die partner?